Onze dirigent Jurriaan Poesse zegt: “Ik noem het volmaakt, omdat het qua omvang, boodschap, spanningsboog, muzikale lading mij een afgesloten voldoening geeft na het uitvoeren of aanhoren van het werk. Vergelijkbaar met een perfecte cirkel, een perfect opgebouwd verhaal of gedicht. Waar requiems van andere componisten uitblinken in hun expressiviteit en uitbundige vocale en instrumentale passages (Verdi, Duruflé etc.) zit de kracht van Fauré juist in zijn intimiteit, gecontroleerdheid en melodische herkenbaarheid. Ook voel je dat er geen enkele noot te veel is geschreven, elke harmonie een duidelijk doel heeft, en als een puzzel van 1000 stukjes perfect in elkaar past. Het wordt geroemd om zijn troostrijke kwaliteiten en toegankelijkheid en is ook vaak te horen buiten de concertzalen”.

Deze kracht van eenvoud en intimiteit vinden we ook terug bij Het Stabat Mater van Josef Rheinberger (1839-1901), zijn tweede Stabat Mater wel te verstaan. Zijn eerste is een stuk uitbundiger, met vocale solisten en orkest. Dit tweede Stabat Mater is wederom wat uitgekleed, maar zonder dat je iets 'mist'. Zelfs de strijkers die samen met het orgel de begeleiding vormen zijn optioneel, om maar aan te geven hoe zeker de componist was over de muzikale basis. Rheinberger heeft de hele opzet van het werk op één bladzijde geschreven. Het schrijven van de strijkerspartijen liet hij over aan een leerling. Wij zullen ook dit werk net als Fauré zonder strijkers uitvoeren. Hoe intiemer de zetting, hoe intiemer en indringender de muziek zal klinken.